Het oogstproces van inkuilbare gewassen zoals maïs, gras kan samengevat worden in drie stappen:
Oogsten van het gewas
Transport van het gewas van het land naar de opslaglocatie
Opslaan en bewaren van het gewas
De stappen onderscheiden zich door hun locatie van uitvoering en door de specifieke machines die gebruikt worden. Selectie van de juiste machines en de invloed hiervan op de andere stappen wordt hierna besproken. Veel van wat beschreven wordt zal voor boeren en loonwerkers evident zijn maar het is nuttig om het volledige proces toe te lichten zodat we dezelfde terminologie gebruiken.
Oogsten van het gewas
Het gewas wordt geteeld op landbouwgrond, al dan niet aanpalend aan de locatie waar het zal opgeslagen worden. Doorheen de jaren zijn gespecialiseerde machines ontwikkeld om de gewassen uit de grond te halen (bijvoorbeeld voor aardappelen en bieten), te maaien en op te rapen (bijvoorbeeld gras) of te oogsten op specifieke manier (bijvoorbeeld maïs).
Gewassen die ingekuild worden, dienen fijn genoeg versnipperd of gehakseld worden. Dit is onder andere het geval bij gras en maïs. De oogstmachine die hiervoor gebruikt wordt is de hakselaar (of een opraapwagen voor gras in geval van maaien). De hakselaar oogst het gewas, versnippert dit in stukjes van een bepaalde lengte (opgelegd door de klant) en blaast het materiaal in een kar voor transport.
Hakselaars zijn beschikbaar in verschillende groottes en capaciteiten. De breedte van de hakselbek en de snelheid waarmee de hakselaar rijdt, bepalen hoe snel een perceel kan geoogst worden. Hoe groter de hakselaar, hoe meer gewassen de loonwerker kan oogsten in een seizoen. Jammer genoeg ook: hoe groter de hakselaar, hoe duurder de hakselaar. Uiteraard dient de loonwerker ook rekening te houden met alle andere machines in het proces. Het is nutteloos een grote hakselaar aan te schaffen als deze constant stilstaat omdat er niet voldoende karren zijn om het gewas te transporteren.
Het moge duidelijk zijn dat de verschillende onderdelen van de keten elkaar beïnvloeden en op elkaar moeten afgestemd worden. Voornamelijk voor de hakselaar is dit van belang. Dit is typisch de duurste machine en ze te groot selecteren kan een financiële nachtmerrie betekenen. Een te kleine hakselaar kopen heeft evenzeer negatieve financiële gevolgen. In dit scenario moeten andere stappen zoals het transport wachten. De bestuurders van de tractors die staan te wachten worden uiteraard wel betaald. De loonkost blijft even hoog maar de inkomsten zijn lager doordat minder kan geoogst worden in dezelfde tijd met de te kleine machine.
Een correct machinepark samenstellen is één van de belangrijkste taken van de moderne loonwerker.
Transport
Hakselaars hebben geen of beperkte opslagcapaciteit voor het geoogste gewas. Dit is ook niet de taak van deze machine. Om kosteneffectief te zijn moet deze machine zoveel mogelijk oogsten. Daarom wordt het gehakselde materiaal rechtstreeks in een kar geblazen.
De specifiek voor deze job gebouwde karren worden silagewagens genoemd. Ze hebben een groot volume (30 tot 60 kubieke meter), een open bovenkant waar de hakselaar het gewas inblaast en een mechanisme om het gewas te dumpen.
De silagewagen wordt getrokken door een tractor (of truck) die naast de hakselaar rijdt. Wanneer de silagewagen volgeladen is, moet de volgende tractor met lege kar klaarstaan om over te nemen. Indien dit niet het geval is, moet de hakselaar stoppen met oogsten en gaat er tijd (en geld) verloren.
De volle kar wordt door de tractor naar de opslaglocatie gereden. Dit kan meteen naast het perceel zijn maar evenzeer tal van kilometers verwijderd van de oogstlocatie. Wanneer de tractor verder moet rijden om zijn vracht te lossen, zullen er meer silagewagens nodig zijn om continu te hakselen. Doordat de afstand groter wordt, duurt het langer eer de tractor met lege kar terug bij de hakselaar is. De hakselaar willen we te allen tijde maximaal benutten.
Op de opslaglocatie wordt het gewas gedumpt op de hiervoor voorziene locatie. Dit kan gewoon in de aarde zijn, op een betonnen ondergrond of in speciaal hiervoor gebouwde horizontale silo’s. Het gewas wordt uitgespreid over de voorziene oppervlakte zodat het goed kan aangedrukt worden. Aandrukken is uitermate belangrijk voor de kwaliteit van opslag. Om deze reden kan een silagewagen kan niet altijd meteen dumpen. De aandrukkers beslissen wanneer voldoende aangedamd is. Vooral wanneer de oogstlocatie dicht bij de opslaglocatie is (of wanneer de hakselaar te groot is voor het proces), kan het gebeuren dat de nieuwe kar al aankomt wanneer deze nog niet mag dumpen. De kar kan dan niet meteen terugrijden naar de hakselaar en er gaat tijd (en geld) verloren.
Het aantal silagewagens dat nodig is wordt dus bepaald door:
De hakselsnelheid
Afstand tussen oogst en opslaglocatie
Wachttijd bij opslaglocatie
Opslag van het gewas
Er zijn verschillende opslagmethodes, gaande van opslag in balen, verticale silo’s of horizontale kuilen. In ons verhaal is de opslag in kuilen van belang. Een kuil is in weze gewoon een grote hoop gewas die afgedekt wordt. De kuil ligt op een ondergrond, grond of beton, en kan vrij of ommuurd zijn. De afmetingen van de kuil worden bepaald door de verwachte verbruiksnelheid wanneer de kuil geopend wordt (hiervoor bestaan goede calculators online).
Het gewas wordt door de silagewagen gespreid gedumpt over de voorziene oppervlakte. Kuilverdelers kunnen gebruikt worden om het gewas beter te verspreiden. Hierna moet het gewas aangedrukt worden. Het belang van aandrukken wordt in detail besproken in volgende blog posts maar onthou op dit moment dat aandrukken van het gewas één van de belangrijkste, zo niet de belangrijkste factor is om het gewas succesvol te conserveren. Het doel van aandrukken is het verwijderen van lucht uit de kuil. Indien dit niet of onvoldoende goed uitgevoerd wordt, resulteert dit gegarandeerd in verlies van voedingswaarde en kans op schimmels en broei.
Wie de kuil aandamt, heeft de kwaliteit van de kuil en dus de volledige oogst in handen. Daarom dat veel loonwerkers ook niet toelaten dat dit door de boer wordt uitgevoerd. Ondanks het belang van goed aandrukken, is het vaststellen van voldoende verdichting in de kuil gebaseerd op ervaring van de persoon die het werk uitvoert en niet op basis van metingen. Verder is het nauwkeurig meten van de dichtheid van een kuil op het moment van inkuilen niet zo gemakkelijk .
De aandrukker zal beslissen wanneer er voldoende aangereden is en de volgende kar gewas mag gedumpt worden. Deze ervaring opdoen is niet altijd even evident gezien er veel factoren zoals de haksellengte en het vochtgehalte van het gewas invloed hebben op de samendrukbaarheid.
Het aanrijden zelf gebeurt door druk uit te oefenen op de kuil. In de meeste gevallen betekent dit dat er met tractoren over de kuil wordt gereden tot deze voldoende vast zit. Het verdichten wordt dus bekomen door het gewicht van de tractor. Verhogen van het gewicht van de tractor helpt zeker en vast. Dubbele banden opleggen zal niet helpen en zelfs een negatieve impact hebben: hetzelfde gewicht van de tractor wordt over een groter bandoppervlak verdeeld en de druk op de kuil daalt (dit is dezelfde reden waarom een olifant geen indruk nalaat op je parket maar een vrouw op fijne naaldhakken wel!).
Meer en meer loonwerkers gebruiken tegenwoordig ook bulldozers om de kuil aan te dammen. Daarnaast bestaan er implementen voor tractoren zoals kuilverdelers om het gewas te spreiden en zware rollen die ervoor zorgen dat er meer druk op de kuil uitgeoefend wordt.
Verder kunnen ook additieven toegevoegd worden. Finaal is uiteraard het snel en luchtdicht sluiten van kuil van uiterst belang.
De kriticiteit van verdichten zorgt er in veel gevallen voor dat het silageproces de beperkende factor is in het oogstproces. Er worden steeds grotere hakselaars gebouwd, het aantal silagewagens voor transport kan steeds verhoogd worden maar de methode van aandrukken schaalt niet mee (het gewicht van een tractor stijgt maar in beperkte mate).
Conclusie
Het bovenstaande verhaal is in een economisch model te gieten waarbij voor elke oogstsituatie de ideale machines geselecteerd kunnen worden (grootte hakselaar, aantal karren met vereist volume en aantal tractoren om aan te dammen).
Belangrijk om te onthouden: stilstand kost geld. Er zal steeds een bottleneck zijn. Eenmaal deze gevonden wordt, kan deze aangepakt worden en zal er een nieuwe beperkende factor ontstaan. De dag van vandaag is in veel gevallen het aandrukken van de kuil de beperkende factor. Er kunnen steeds grotere hakselaars en karren gemaakt worden maar voor aandrukken dient de nodige tijd genomen te worden met de huidige middelen.
Comments