Zoals gepland gingen we in oktober vooral reflecteren over onze toekomst. In reflecteren zijn we altijd al goed geweest. Daarnaast probeerden we ook Agritechnica voor te bereiden.
Meten is weten, gissen is missen
Voor we begonnen aan onze reflectie zijn we snel even in de meetdata gedoken. Hier konden we al een paar conclusies trekken:
Eerste conclusie: Bij het vooruitrijden komen er trillingen op het vast raam en de wago klemmen in het schakelblokje kunnen daar niet tegen. Die conclusie konden we snel maken aangezien het signaal van de string potentiometer spikes vertoond op de momenten dat we vooruitreden. Ook valt het signaal van beide inductiesensoren weg telkens we vooruit reden. Dit moeten we zeker oplossen bij volgende metingen.
Een tweede conclusie: bij het vooruitrijden wordt het vast frame veel opgetild. Dit kan enkel verklaard worden door de grote wrijvingskracht op de maïs. Doordat de hefarmen onder een hoek trekken is er steeds zowel een horizontale als een verticale component. Beide componenten hebben een vaste verhouding (de tangens van de hoek). De wrijvingskracht vereist een grote horizontale component. De verticale component is in verhouding en blijkt groot genoeg te zijn om het frame substantieel op te heffen. De wrijving is een stuk groter dan we verwacht hadden. Het verklaart ook de trillingen tijdens het vooruitrijden, want de wrijvingskracht zal zich verhouden tot de (oscillerende) aandrukkracht. De wrijving is één van de punten die we moeten aanpakken bij de volgende iteratie.
Derde conclusie: we zien een duidelijke compressie beweging. Dit is voor ons nogmaals een bevestiging dat ons concept werkt! We gaan de beweging later verder analyseren, want we kunnen hier veel informatie uithalen. Helaas ontbreken de signalen van de inductiesensoren tijdens het vooruit rijden, want deze gingen de analyse nog interessanter maken!
Na de eerste mijlpaal, waar staat de tweede?
Nu we aangetoond hebben dat het concept werkt, moeten we nagaan in welke richting we verdergaan. We zetten alles op een rijtje, want Agritechnica is een belangrijke beurs en afhankelijk van welke richting we uitgaan, moeten we daar een andere focus leggen. Er zit dus een deadline op onze reflectie. Ik probeer hier een synthese te maken van onze reflectie. Op middellange termijn zagen we verschillende mogelijkheden om ons eerste product aan de man te brengen. Voor elk aspect zijn er voor- en nadelen wanneer we het zelf doen of het uitbesteden.
Het proces bestaat uit verschillende stappen: Ontwerp, onderdelen maken, samenbouwen, verkopen en dienst na verkoop. Voor elke stap kan overwogen worden om het zelf te doen of het uit te besteden. Voor het ontwerp en het onderdelen maken hadden we snel een consensus: Ontwerp doen we zelf, want dat is de stap waar we het meest kunnen bijdragen. Het is de kern van onze activiteit. Onderdelen maken besteden we uit, want de grote investeringen die hiervoor nodig zijn, kunnen we onmogelijk verantwoorden. Op termijn kunnen we overwegen om bepaalde onderdelen zelf te maken, maar dat is in de eerste jaren niet aan de orde.
Het samenbouwen is minder voor de hand liggend. Verschillende aspecten komen naar boven: kwaliteit, tijdsbesteding, het kostenplaatje, risico's,... Voor kwaliteit kan het beide kanten uit. Een bedrijf dat reeds machines bouwt is reeds kwaliteitssystemen die ervoor moeten zorgen dat de juiste aanhaalmomenten gebruikt worden, dat de lagers correct gemonteerd worden,... Het kan ook de nodige meetinstrumenten gebruiken voor meer machines. Hierdoor kunnen betere instrumenten gebruikt worden. Als we onze machines zelf bouwen, zijn we hier zelf ook verantwoordelijk voor. We moeten dan zelf investeren in kwaliteitsmateriaal en kunnen dit enkel voor onze machines gebruiken. Ervaring uit de praktijk leert ons echter dat dit de moeite kan zijn. Kwaliteit garanderen vergt een constante focus. Iets dat niet bij elk bedrijf aanwezig is. Een deel van die focus is feedback naar het ontwerp. Als we zelf de machine bouwen, kunnen we het ontwerp aanpassen om bepaalde verbindingen eenvoudiger te kunnen monteren, met een betere kwaliteit tot gevolg. Als het samenbouwen uitbesteed is, loopt die feedback een stuk moeilijker. Zoals je hier al merkt. Zelf monteren zal veel tijd vergen. Een constante focus op kwaliteit en de tijd voor het samenbouwen zelf, maar ook het bestellen en ontvangen van onderdelen, magazijnbeheer, infrastructuur beheer,... Allemaal systemen die we nog moeten opzetten en waarvoor we de goede procedures moeten opzetten. Dat is allemaal tijd die we liever in ontwerp steken. Naast tijd zullen al deze systemen ook geld kosten. Geld om het draaiend te houden, maar ook investeringen in hijsmateriaal, (moment)sleutels, transpaletten,... Daar staat tegenover dat een ander bedrijf deze investeringen al gedaan heeft. Het zal daar natuurlijk een deel van de marge voor opeisen. Die marge zou ons een stabiel inkomen geven waardoor we ook in de verdere toekomst nieuwe ontwerpen kunnen bouwen. Er staan ook enkele risico's tegenover uitbesteden. Het vanzelfsprekende risico is bedrijfsgeheim. De details van ons ontwerp aan een ander bedrijf geeft steeds het risico dat die details niet in dat bedrijf blijven. Daarnaast bestaat er ook een kans dat we in dispuut eindigen met het bedrijf. Dat kan gaan van voorschotten die in twijfel getrokken worden over verkoopaantallen of levertermijnen die niet gehaald worden tot grote kwaliteitsproblemen die het bedrijf niet op zijn rekening wil nemen. In zo'n gevallen hebben we maar weinig reserve om weerwerk te beiden en zijn we een vogel voor de kat. Veel zal dus afhangen van de bedrijven die kandidaat zijn om onze machine te bouwen. Het zal belangrijk zijn om ze grondig te inspecteren voor we nog maar kunnen overwegen om met hen in zee te gaan.
Ook voor de verkoop van de machines zijn er verschillende aspecten die meespelen. Ook hier komen kwaliteit, tijdsbesteding, kosten en risco's naar boven. Daarnaast speelt ook het contact met de klanten een belangrijke rol. Kwaliteit speelt bij de verkoop minder mee dan bij het samenbouwen, maar vinden we niet onbelangrijk. Enerzijds is er de correctheid naar de klant toe, voor zowel informatie als prijszetting. Anderzijds is er de feedback rond kwaliteitsproblemen. Uiteraard proberen we kwaliteitsproducten op de markt te zetten, maar in het geval we niet op bepaalde omstandigheden gelet hadden, kunnen we sneller corrigeren als we de verkoop zelf in handen hebben. Aan de andere kant kunnen we momenteel moeilijk goede ondersteuning bieden voor klanten die ver van Gent wonen. Dit is waar de tijdsbesteding in beeld komt. Momenteel hebben we nog geen verkoops-en servicenetwerk. Voor klanten dicht bij Gent (voornamelijk Vlaanderen en het zuiden van Nederland) kunnen we veel zelf doen. We kunnen langsgaan met een demonstratie machine en ook bij problemen kunnen we zelf inspringen. Hierbij is het opnieuw belangrijk om problemen te voorkomen i.p.v. ze op te lossen, want hier zal een groot deel van onze tijd ingaan. Bij klanten die verder liggen, moeten we rekenen op moderne communicatiemiddelen zoals video's op sociale media, goede online documentatie en video chat bij problemen. Het is dan ook hier dat de voordelen zitten om te steunen op het bestaande netwerk van andere bedrijven. De huidige standaard in machine verkoop is nog steeds via dealers. Deze nemen dan ook het onderhoud op zich. We krijgen dus toegang tot een veel groter gebied als we een bedrijf vinden die bereid is om onze machines te verkopen onder hun merk(en). Het bedrijf maakt hier natuurlijk ook aanspraak op een deel van de marge. Hierdoor kunnen ook buitenlandse klanten genieten van de innovatie, maar verliezen we zelf het contact met de klant. Uit dat contact halen we belangrijke informatie over het gebruik van onze machine, eventuele tekortkomingen die we moeten aanpakken alsook mogelijkheden voor opties. Het contact leert ons ook waar de andere bottlenecks zitten en welke wij daarvan kunnen aanpakken. Als we volledig steunen op een ander bedrijf voor onze verkoop is dat informatie die ze niet met ons zullen delen. Daarom zullen we mikken op een hybride systeem waarbij we zelf de verkoop van de machine verkopen in de benelux en buitenlandse klanten bij een partner bedrijf terecht kunnen.
Als laatste is er ook de optie om het volledige ontwerp te verkopen en ons niks te moeten aantrekken van zowel de productie en als de verkoop. Hierbij rekenen we dan op de koper om het product met kwaliteit en zorg aan de man te brengen. Ook dit is een interessante piste, want de (eenmalige) opbrengst, onze tijd en onze energie kunnen we dan volledig in nieuwe producten steken.
De verschillende voor- en nadelen van de opties maken het niet eenvoudig om een duidelijke keuze te maken. Er hangt veel af van de eventuele partners, hun eisen, de kosten en de opbrengsten. We zijn dus nog niet op het punt dat we een richting kunnen kiezen, maar er werden wel twee zaken duidelijk. De eerste, belangrijke conclusie is dat we niet gewoon gaan stoppen, maar verder willen gaan om het product effectief tot op de boerderijen te krijgen. De tweede conclusie is dat elke optie nood heeft aan een demonstratie machine. Het huidige prototype werd opgevat als 'proof of concept'. Het enige doel was aantonen dat het concept werkt. Het werd dus niet ontworpen om te voldoen aan de eisen die een landbouwer heeft naar betrouwbaarheid en duurzaamheid. Bij elke optie hebben we nood aan een demonstratie machine die wél voldoet aan die eisen. Het is een duidelijke mijlpaal die we moeten bereiken. Het is dan ook met die focus dat we volgende maand naar Agritechnica gaan.
Agritechnica: waar staat de techniek en welke componenten hebben we nodig?
Nu de focus duidelijk is, kunnen we de beurs beter voorbereiden. We moeten nog niet op zoek naar bedrijven die onze machine wil bouwen of verkopen. Wat we nodig hebben zijn bedrijven die onderdelen en advies kunnen leveren voor de demonstratie machine: tandwielkasten, hydarulische pompen, electronica, verlichting,... Daarnaast moeten we nagaan wat de huidige stand der techniek is. Wie zijn de spelers en waar leggen zij de nadruk op? Welke criteria stellen zij voorop om zich te onderscheiden van de anderen? En niet onbelangrijk: Hebben wij nog steeds iets te beiden of is onze voorsprong ondertussen ingehaald?
November: klaar voor de hoogmis!
In november staat Agritechnica op onze planning. De hoogmis voor elke technofiel die in de landbouw actief is. We hebben een duidelijk doel voor het bezoek en gaan dit verder voorbereiden. Na Agritechnica beginnen we met de uitwerking van de volgende stappen. De roadtrip zal waarschijnlijk verschillende frisse ideeën voortbrengen waarmee we aan de slag kunnen!
Comments